Saarloos Wolfhond
Geschiedenis
De Saarlooswolfhond is vernoemd naar zijn ‘schepper’ Leendert Saarloos (1884-1969.Leendert Saarloos wilde zijn favoriete rashond, de Duitse Herder, verbeteren met als doel een ideale huishond en werkhond te fokken.
Daarom besloot hij de Duitse Herder te kruisen met een wolf.
Een merkwaardige gedachtegang, omdat voorbeeldexperimenten op niets waren uitgelopen: de resultaten van deze kruising waren juist schuw en voldeden niet aan het doel wat Leendert Saarloos nastreefde.
Na een aantal jaren experimenteren kwam Leendert Saarloos daar zelf ook achter.
Hij kwam op de gedachte dat de honden door hun natuurlijke voorzichtigheid wel eens geschikt konden zijn als blindengeleidehond.
Na het oprichten van een geleidehondenschool, werden de Saarlooswolfhonden op beperkte schaal ingezet als blindengeleidehond.
Tegenwoordig zien we de Saarlooswolfhond niet meer in deze functie.
We kunnen het ras dan ook niet meer classificeren als werkhond.
De Saarlooswolfhond is een echte gezins- of gezelschapshond met een betrouwbaar en aanhankelijk karakter.
Het doel van Leendert Saarloos om een bijzondere werkhond te fokken is niet gehaald.
Wel is hij in staat geweest om te komen tot een hondenras dat dicht bij de natuur staat en veel natuurlijke eigenschappen nog in zich draagt die bij andere rassen reeds lang verdwenen zijn.
Leendert Saarloos wilde graag dat zijn ‘ras’ erkend werd.
In 1942 probeerde hij de ‘Europese wolfhond’, zoals hij zijn ‘ras’ genoemd had, erkend te krijgen door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied.
Dit lukte niet. Pas in 1975, toen Leendert Saarloos al overleden was, kreeg zijn ras de langverwachte erkenning. Het ras werd Saarlooswolfhond genoemd.
In 1977 volgde de officiële erkenning door de Fédération Cynologique Internationale (FCI)
Zijn uiterlijk, lichaamsbouw, gangwerk en beharing doen denken aan die van de wolf.
Hij is harmonieus gebouwd en heeft lange benen - zonder de indruk te wekken van hoogbenigheid.
Reuen en teven moeten in verschijning duidelijk hun sekse doen laten blijken.
Het is een gezinshond en kan absoluut geen lange tijden alleen zijn.
Zelfs als je de hond van pup af aan al in de bench leert kan dit later toch nog tot flinke problemen lijden, waarbij ze zichzelf goed kunnen beschadigen.
Bouw dit dan ook langzaam op.
Deze honden zijn sociaal en tot op zekere hoogte tollerant naar andere honden.
De meeste reuen kunnen prima in een roedel samen leven.
Meerdere teven in een roedel lijd vaak tot serieuze problemen.
Teven geven zelden op, dus u bent gewaarschuwd.
Herplaatsen is voor een SWH ook niet zo eenvoudig vanwege zijn grote verbondenheid met het gezin en zijn van nature gereserveerde aard.
Voor het eigen gezin een heerlijke, eigenwijze, vriendelijke, speelse, energieke hond met een eigen wil.
Voor vreemde een hond die zich gereserveerd opsteld en niet zomaar naar het onbekende toe stapt.
De hond dwingen lijdt tot wantrouwen van de baas en vergroot de afstand tussen jullie.
Gereserveerdheid mag niet worden vergeleken met angst.
Omkopen is bij de SWH dan ook niet zo voor de hand liggend.
Als u met de hond wilt "werken" is de SWH geen hond voor u.
Doordat de SWH zelf bepaalt of hij ergens het nut van inziet en hun gereserveerdheid is een SWH niet de meest ideale hond om mee te sporten.
Natuurlijk kun je deze honden zeker iets leren, maar niets voor niets en als ze geen zin hebben geeft dwingen een averechts effect.